Kees 

Bij oom Bertus was het feest. 
Zo alles moest versiert in huis. 
Ook al was de jarige een beest. 
Dit hoorde bij het feestgedruis. 

Oom Bertus had een feestmuts op, 
terwijl hij zingend de slingers ophing. 
Kees met een puntmutsje op zijn kop, 
vond dat mutsje maar een klere ding. 

Daarna blies oom de ballonnen op. 
Verschillende in alle maten en kleuren. 
Als er een knapte was dat geen strop. 
Hij had er genoeg, zoiets kon gebeuren. 

Hierna verscheen op tafel een taart. 
Voor Kees; Hiep Hiep Hoera! 
Oom Bertus vond, dit was hij wel waard. 
Kees sprong op zijn schoot, oom zei; hoepla! 

Op de taart drie kaarsjes voor hem. 
Oom Bertus blies ze voor hem uit.
Daarna zong oom met luide stem. 
En kuste het dier op zijn hondensnuit. 

Hierna stoeide hij met dat het lieve beest. 
Deze vond het prachtig, onze Kees. 
Zijn verjaardag werd weer een feest. 
Dat vond Kees, oom Bertus pekinees.