Sam 

In een dierentuin in Amsterdam, 
lag een zielige oude krokodil. 
Ze noemden hem daar ouwe Sam, 
als hij op de oever lag, doodstil. 

Hij knipperde alleen met zijn ogen,
zo hield hij alles in de smiezen. 
Om etenstijd bromde Sam opgetogen,
eindelijk eten voor mijn kiezen. 

Hij had een vreselijk lui leven aldaar, 
in die dierentuin in Amsterdam. 
Hij kende daar dan ook geen gevaar, 
totdat hij eens de benen nam. 

Rustig liep hij tussen al dat publiek,
door die dierentuin in Amsterdam. 
De mensen compleet in paniek, 
wat een gekte alhier dacht ouwe Sam. 

Zo kwam hij langs leeuwen en pelikanen, 
langs herten,olifanten en everzwijnen. 
Wat een eten snikte hij bijna in tranen, 
toen hij voor een kooi stond, vol konijnen. 

Echter een bewaker sloeg met een stok, 
hard op zijn geschupte krokodille kop. 
Zo werd hij weer terug gebracht naar zijn hok,
die gelegen was naast die van de zeerob. 

In een dierentuin in Amsterdam, 
lag een taaie oude krokodil. 
Ze noemden hem voortaan stoute Sam, 
als hij bekeken werd, tegen zijn wil.