Melkboer 

Hij rijd langs de deuren, 
toetert en wacht. 
Het brood ligt er te geuren, 
vers en lekker zacht. 

Het vlees soms bevroren, 
de zuivel vers en gekoeld. 
Nieuwtjes moet hij aanhoren, 
stilzwijgend zoals bedoeld. 

Onze melkboer hij is er weer, 
een man van weinig woorden. 
Hij moppert als een brombeer, 
onze melkboer uit het hoge Noorden. 

Hij bezorgt het bij de voordeur,
wie anders doet dat nog. 
Ook al is de klant nog zo'n zeur, 
dan denkt hij bij zichzelf; och, och, och! 

De werkdagen lang en zwaar, 
maar hij doet het met plezier. 
Zijn wagen goed herkenbaar, 
je krijgt hem zo in het vizier. 

Onze melkboer hij is er weer, 
de man van weinig woorden. 
Mopperend als een brombeer, 
vent hij daar in het hoge Noorden. 

Er zijn nog weinig melkboeren. 
Kijk maar eens goed om u heen. 
Wie wil nu nog zo`n beroep uitvoeren, 
Melkboer zijn is nu een fenomeen.